Sinds een aantal weken woon ik met mijn gezin in een nieuw huis, midden in Den Haag. Een herenhuis van begin twintigste eeuw, dat al maandenlang op mijn 'bewaard'-lijstje stond bij Funda en aansprak door de gecommuniceerde cijfers maar niet aantrekkelijk leek op de foto's. Bovendien was er wat twijfel bij het buurtje. Nadat het zoveelste net-niet-passende huis in die net-niet-leuke straat aan ons voorbij was gegaan, werd onder de kerstboom besloten dat de familie nu eens ging kijken naar de huizen op het B-lijstje. En zo kwamen we terecht bij de VLS218 (al mijn potentiële pandjes kregen afko en Pinterest-pagina, zo serieus is de missie aangepakt). Al bij de voordeur verhuisde het pand van B naar A. Wat doet maat en schaal met een mens? Ontzettend veel. Ik word zo ontzettend blij van die bijna vier meter hoge voordeur. Een prinsesje dat haar paleis betreedt. Bijna - of misschien wel helemaal - zo'n lekker gevoel als dat wijlen mijn Citroën XM familiale me gaf bij het opstarten.. zachtjes met de vering omhoog en dan met dat belachelijk grote vehikel de straat uitzoeven. Misschien dat ook de kleur meedoet: deur en XM zijn allebei donkergroen. Of, in het geval van de XM, 'was': het beestje is in 2003 onklaar geraakt. Maar het blijft natuurlijk niet bij die voordeur. Binnen is het ook allemaal een tikkie hoger en breder dan we in ons vorige koophuis hadden - dat was een echt jaren dertig pand, dus ook niet zuinig met volume. Die schaalgrootte was niet te zien op de Funda-foto's, maar een evengrote verrassing bij het eerste bezoek aan VLS218. De kids hebben een balzaal met ornamentenplafond, hun meubeltjes zuigen zich vast aan de wanden, de echo is oorverdovend. Slapen gaat nog lastig, ook vanwege de stadsgeluiden. Luxe-problemen, wennen ze wel aan. Bovendien groeien ze als kool en binnenkort hun ouders voorbij: hun kamers komen ongetwijfeld naar ze toe. Al twintig jaar schrijf en publiceer ik over architectuur en bouwtechniek en propageer ik energie- en milieuvriendelijkheid en flexibel inzetbare gebouwen (een zekere mate van overdimensionering hoort daar zeker bij). Vijftien jaar geleden ben ik me puur uit persoonlijke interesse gaan verdiepen in de zintuiglijke aspecten van architectuur, een onderwerp dat me werd aangereikt door mijn toenmalige werkgever Thomas Rau. Op dit moment zijn 'zintuigen' hip in de creatieve wereld, maar zeer beperkt ingevlogen door de meeste mensen die erover praten en publiceren. De complexiteit van het onderwerp is zo groot, dat er vaak met grote stappen doorheen wordt gestampt. Mijn huidige groep studenten bij ArtEZ (eerstejaars Academie van Bouwkunst) is - op eigen initiatief - intensief met zintuigen bezig: met onderzoek naar tast, kleur, camouflage, maat en schaal, de betekenis van taal en verhalen in hun vakgebied. Soms zich niet eens bewust van de relatie van hun onderwerp met theorieën over zintuigen en zintuiglijke manipulatie. Dat komt nog wel. Ik vind het in ieder geval heel blij-makend dat een nieuwe generatie architecten zich hiermee bezighoudt en er meer van wil weten. Dat ze hun vakgebied in een dergelijk grootschalig verband willen plaatsen. Dat komt de architectuur zeker ten goede. Het is de mooiste vorm van cognitieve marketing die je voor een vakgebied kunt hebben: laten zien/voelen/ruiken/horen wat een ontwerp/onderwerp met je zintuigen doet. Wat een vier meter hoge donkergroene voordeur kan betekenen voor een bewoner. Om maar iets te noemen.
1 Comment
|
Caroline..denkt veel na over architectuur, bouwtechniek, media, jurken en Formule 1. En soms schrijft ze daar iets over. Archives
March 2024
Categories |